
Libellen in het Bargerveen!
In de zomer vliegen ze je om de oren! Libellen! In het Bargerveen zijn ruim veertig verschillende soorten libellen aangetroffen. Rovende insecten die voor je over het pad vliegen, soms met tientallen tegelijk. Van de zeldzame Zwervende pantserjuffer tot de algemeen voorkomende Viervlek.

Gewone pantserjuffer. Foto: Twan Teunissen – Staatsbosbeheer
Het belang van water
Water van goede kwaliteit is van essentieel belang voor libellen. Daarom is het Bargerveen een van de bekende ‘hotspots’ voor veel soorten libellen in Nederland.
Libellen zijn ook een belangrijke indicator voor de waterkwaliteit van het hoogveen en vennen. Landelijk zeldzame of kwetsbare soorten als de gevlekte witsnuitlibel, de venwitsnuitlibel en de tangpantserjuffer komen daarom juist in het Bargerveen veel voor. En net als algemene soorten als viervlek, watersnuffel en vuurjuffer vormen zij zelf dan weer een voedselbron voor onder andere de grauwe klauwieren en boomvalken in het Bargerveen.

Watersnuffel. Foto: Joos Swijghuizen
Overwinteren onder water
Wist je dat het merendeel van het leven van libellen zich onder het wateroppervlak afspeelt? Ze besteden namelijk een jaar tot soms wel vier jaar van hun leven als larve onder water. Hier voeden zij zich als echte rovers met alles wat ze kunnen vangen. Van watervlooien en muggenlarven tot zelfs kleine visjes. De meeste soorten overwinteren één tot meerdere winters en vervellen daarin meerdere malen, tot ze zover zijn om uit te sluipen en als volwassen exemplaar (imago) hun laatste levensfase in te gaan. In dit stadium leven ze slechts enkele weken tot maanden, voornamelijk om zichzelf voort te planten. Als ze als volgroeide libel of juffer rondvliegen maak je de meeste kans om ze aan te treffen.

Lantaarntje. Foto: Jonathan Leeuwis – Staatsbosbeheer
‘Echte’ libellen en juffers
Onder de noemer libellen zijn twee groepen te onderscheiden, de ‘echte’ libellen en de juffers.
Echte libellen zijn robuuster, hebben een breder achterlijf en hebben grote ogen die elkaar boven op de kop raken. Als deze libellen zitten, houden ze de vleugels vaak gespreid of schuin naar beneden. Hieronder vallen soorten als de witsnuitlibel, de viervlek, glazenmakers, de bruine korenbout, de smaragdlibel en heidelibellen.
Juffers hebben een lang en dun achterlijf, hun ogen zitten aan de zijkant van hun kop en raken elkaar niet. De vleugels houden ze in rust meestal boven of langs het achterlijf samengevouwen. Dit zijn soorten als het lantaarntje, de watersnuffel, pantserjuffers en winterjuffers.

Bruine korenbout. Foto: Jonathan Leeuwis – Staatsbosbeheer
Tekst: Klaas van den Berg