Zorgen veenruggen voor veengroei?
Langzaam zien we de veenmossen en hydrologie in het Bargerveen herstellen. Door betere vochtige omstandigheden voelen veenmossen zich steeds beter thuis in het gebied. Komende tijd vertelt boswachter Piet Ursem van Staatsbosbeheer in verschillende interviews waarom we bezig zijn met het hoogveenherstel. Met deze keer: veenruggen in het Amsterdamsche veld.
Aanleg veenruggen
Piet steekt enthousiast van wal: “25 jaar lang lag in het Amsterdamsche veld een grote waterplas waar niets gebeurde. Staatsbosbeheer en hoogveendeskundigen hebben onderzoek gedaan en advies gegeven over hoogveenontwikkeling. Deze kennis was welkom, want tot een paar jaar gelden lukte veenvorming in het Amsterdamsche veld slecht.” Al eerder vertelden we in dit nieuwsbericht dat beginnende veenvorming in grote wateroppervlakten stukgeslagen wordt door wind. Het blijkt dat veenvorming succes heeft als grote wateroppervlakten verdeeld worden in kleinere vlakken. “In het Amsterdamsche veld zijn twee veenruggen (een soort dijken) gemaakt met vrijgekomen veen van de grenskade. Deze veenruggen zijn vier meter breed, 900 meter lang en steken een meter boven het waterpeil uit. Niet te missen dus”, legt Piet uit.
Bekijk ook de video waarin Piet vertelt over de veenruggen.
Dronefoto: werkzaamheden aan de veenrug in het Amsterdamsche veld, © Nico Westerhof.
Ontwikkeling veenruggen
We zijn nu een paar jaar verder. Hoe ontwikkelen de veenruggen? “We zijn nog steeds heel blij dat we de veenruggen hebben aangelegd”, zegt Piet. “Het gaat namelijk al anderhalf jaar de goede kant op. Zeker dicht tegen de veenrug aan zien we veel veenvorming. Het water is op deze plek rustiger en minder diep. Dat is gunstig, want veenmos gedijt goed met weinig beweging. Ook moet het water ondiep zijn, zodat de zon op de bodem kan schijnen én uiteraard moet de waterkwaliteit goed zijn. Deze eisen blijven altijd ijzersterk overeind staan. Zodra deze condities bereikt zijn, gaat er wat gebeuren”, legt Piet uit.
Leerpunten
We vroegen Piet wat hij de volgende keer anders zou doen. “De veenruggen hadden iets uitgestrekter mogen zijn. Een van de veenruggen is minder lang dan de andere. Dit kwam simpelweg omdat er niet meer veen beschikbaar was.” Ook zou Piet de veenruggen iets smaller en lager maken waardoor minder veen gebruikt hoeft te worden. “De veenruggen zijn vrij robuust gemaakt met de gedachte dat ‘los’ veen makkelijk slijt. Maar het gaat gelukkig goed. Wanneer de omstandigheden in een gebied goed zijn raad ik deze aanpak zeker aan. Je krijgt sneller veenvorming”, adviseert Piet.
Vogels in het Amsterdamsche veld
“De veenruggen hebben ook invloed op de vogels die in het gebied leven. Het is nog te vroeg om hier verder op in te gaan. Op termijn analyseren we het effect van de veenruggen op de vogels in het gebied. Zodra we meer weten over de analyse en vogeltellingen vertellen we hier meer over”, sluit Piet zijn verhaal af.
Benieuwd naar meer verhalen in deze reeks? Lees dan eens de volgende: